Op dezelfde golflengte als kleur

Kleuren geven ons leven letterlijk kleur. We staan er echter vaak niet bij stil hoe we al deze verschillende kleuren kunnen zien. Toch zijn we dag in dag uit omringd door een kleurrijk schouwspel. Maar hoe komt het dat we dagelijks getrakteerd worden op zo’n kleurenspektakel? En hoe kunnen we dit schijnbaar oneindig aantal aan kleuren onderverdelen? Om daar een antwoord op te kunnen bieden, moeten we eerst een antwoord geven op de vraag ‘Wat is kleur?’ Daarvoor laten we één van onze grafici – en kleurenexpert – graag aan het woord!

Wat is kleur?

Je hebt het vast wel al gezien in de lessen natuurkunde of bent het al tegengekomen in je platenkast (The Dark side of The Moon van Pink Floyd n.v.d.r.): een illustratie van een glazen driehoek, een witte lijn en een regenboog. Doet dit een belletje rinkelen?

Laat ons voor de uitleg hiervan even de wetenschappelijke toer opgaan. Deze figuur toont aan hoe wit licht gebroken wordt door het prismaglas en zich uitsplitst in een waaier van kleuren. Kleur is met andere woorden een eigenschap van licht. Geen licht betekent dan ook geen kleur. Logisch, toch?

Maar hoe kunnen we door hetzelfde licht toch zoveel verschillende kleuren waarnemen?

Dat is afhankelijk van de lichtstralen die een voorwerp terugkaatst. Zo zal een blauw voorwerp alle golflengtes van het licht absorberen behalve de blauwe. Deze worden gereflecteerd waardoor wij een blauwe kleur te zien krijgen. Wanneer een voorwerp alle golflengten opslorpt, nemen we een zwart object waar, terwijl een weerkaatsing ervan zorgt voor een witte uitstraling. Op die manier kunnen we elke kleur van de regenboog zien. Behalve als je kleurenblind bent, maar dat is een heel ander verhaal.

De eigenschappen van kleur

Om een kleur te beschrijven, worden drie belangrijke termen gebruikt: tint, verzadiging en intensiteit. Deze begrippen worden ook wel de eigenschappen van kleur genoemd. Tint (in het Engels ‘hue’) toont de effectieve kleur aan, dus of het bijvoorbeeld gaat om oranje of paars. De verzadiging (‘saturation’ in het Engels) geeft weer hoe puur een kleur is. Hoe zuiverder een kleur, hoe minder grijs erin vermengd zit. Als derde eigenschap is er de intensiteit (of ‘luminosity’ in het Engels). Hiermee wordt aangeduid hoe licht of donker een kleur is. Dit is afhankelijk van hoeveel wit of zwart er respectievelijk aan wordt toegevoegd.

Het rad van kleur

Al deze verschillende waarneembare kleuren kunnen visueel worden weergegeven in een kleurencirkel. Er zijn verschillende modellen die aan de hand hiervan weergeven hoe verschillende kleuren aan elkaar gerelateerd zijn. Zo was Johannes Itten één van de eersten die kleuren in zo’n cirkel verwerkte. Aan de hand van zijn kleurencirkel is het dan ook makkelijk om te onderscheiden wat de primaire, secundaire en tertiaire kleuren zijn. Zo’n wiel kan je bovendien ook helpen om analoge en contrasterende kleuren te vinden. We leggen je graag in geuren en kleuren uit hoe dit werkt.

Primaire, secundaire en tertiaire kleuren

Laten we beginnen met de primaire kleuren. Waag gerust even een gokje, welke kleuren denk jij dat hieronder vallen?

Als je blauw, geel en rood in je hoofd had: top! Dit zijn inderdaad de drie primaire kleuren. Zij worden zo genoemd omdat je deze kleuren niet kan bekomen door andere kleuren met elkaar te mengen. Daarom worden ze ook wel gezien als de originele kleuren en vormen zij de rode draad in heel de kleurencirkel. Door even logisch na te denken kan je dan waarschijnlijk wel al raden wat de secundaire kleuren zijn. Dit zijn namelijk de kleuren die ontstaan door de primaire kleuren met elkaar te mengen. Hieruit komen groen, oranje en paars. En tertiaire kleuren? We hebben zo’n donkerbruin vermoeden dat je ondertussen wel doorhebt hoe het werkt. Deze kleuren ontstaan namelijk door primaire en secundaire kleuren met elkaar te vermengen. Easy peasy.

Analoge en complementaire kleuren

Nu we alle kleuren op het kleurenwiel kennen, kunnen we kijken naar kleurenanalogie en -contrast. Analoge kleuren – of kleuren die sterk gerelateerd zijn aan elkaar – zijn terug te vinden door op het kleurenwiel te kijken naar de kleuren die zich rechts en links van een bepaalde kleur bevinden. Zo’n groepje van drie vormt dan een analoog kleurenpallet. Door daarna te gaan spelen met de verschillende eigenschappen van kleur (tint, verzadiging en intensiteit, weet je nog?) kan je hiermee een gevarieerd doch rustig pallet creëren.

Complementaire kleuren zijn dan weer het tegenovergestelde. Dit zijn kleuren die zich op het kleurenwiel tegenover elkaar bevinden. Kleuren die recht tegenover elkaar staan – zoals geel en paars – zijn daarbij kleuren die het hardst tegen elkaar afsteken. Hierdoor versterken ze elkaar waardoor ze zorgen voor contrast en intensiteit.

Kleuren in schema’s gegoten

Dankzij deze eigenschappen en varianten kan er heel creatief omgesprongen worden met kleur. Of je in het wilde weg kleuren met elkaar kan combineren? Dat kan. Maar het is echter geen garantie dat dit er goed uitziet. Een kakofonie aan kleuren vermijden kan door gebruik te maken van doordachte kleurenschema’s. Gelukkig hoef je hiervoor niet zelf elke combinatie van kleuren uit te proberen. Er bestaan al heel wat voorbeelden van schema’s die je makkelijk kan overnemen. Maar laat ons jouw creatieve vrijheid zeker niet inperken!

Enkele voorbeelden? Denk hierbij aan monochromatische, achromatische, analoge of complementaire kleurenschema’s. Bij monochromatisch wordt er uitgegaan van één specifieke kleur, zoals we deden bij Airworld en ASBL. Achromatisch focust daarentegen puur op zwart, wit en grijstinten. Hiervan is Krokant zelf een mooi voorbeeld, al durven we hier tegenwoordig af en toe een extra kleur aan toe te voegen. Bij een analoog kleurenschema wordt er – natuurlijk – gebruik gemaakt van analoge kleuren. Logischerwijs bestaat een complementair schema dan weer uit complementaire kleuren. Voorbeelden hiervan zijn respectievelijk het kaartspel dat we maakten voor Logo Antwerpen en Nature Solutions.

Net zoals een kameleon kan je kleur dus ontzettend flexibel inzetten. Wil je opvallen? Kies dan voor contrast. Wil je eerder rust uitstralen? Analogie is the way to go. Afhankelijk van het doel, je persoonlijke voorkeur en de creatieve uitwerking bepaal je welke kleuren voor jou werken. Zo kies je zelf of je binnen of buiten de lijntjes van de kleurenleer kleurt. Bovendien heeft elke kleur ook een betekenis en zorgen ze elk op hun beurt voor een specifieke uitstraling. Reden te meer om doordacht kleuren te (laten) kiezen voor jouw bedrijf!

Geboeid door onze insights? Lees hier nog meer boeiende content!

Tijd om werk te maken van jouw merk?

Contacteer ons